Reinier (69) heeft vaak een afspraak met zijn artsen. Hij is namelijk al een tijdje ziek. Vóór corona ging hij gewoon naar het ziekenhuis. Maar door de pandemie werd het spreekuur ineens digitaal. Als het kon, bleef Reinier thuis en moest hij beeldbellen met de arts. "Er zitten zowel voor- als nadelen aan."

Ik spreek Reinier Rossen vlak voor zijn overleg met de directie van Zilveren Kruis. Die ontmoet hij wel vaker als lid van de Verzekerdenraad. Samen met zijn collega-leden controleert Reinier of de bestuurders van de zorgverzekeraar doen wat voor klanten het beste is.

Reinier: "Ik heb altijd gewerkt bij de PTT Post, inmiddels bekend als PostNL. Nu ik met pensioen ben, wil ik mij dienstbaar blijven opstellen voor de maatschappij. Ik doe daarom vrijwilligerswerk, zit in cliëntenraden en ben voorzitter van een belangenvereniging voor huurders. Ook heb ik mij aangemeld voor de Verzekerdenraad van Zilveren Kruis. Dit trok mij aan omdat ik als patiënt zie wat goed en niet goed gaat in de zorg."

De geboren Amsterdammer, die nu in Almere Haven woont, straalt een en al sociale betrokkenheid uit.

Omschakelen
Reinier vertelt openhartig over zijn ziekte. Hij is onder behandeling voor kanker. Omringd door zijn vrouw Carla, dochter Natascha en twee kleinkinderen vindt hij de kracht om te leven met de ziekte.

"Ik heb te maken met veel verschillende artsen en afspraken in het ziekenhuis. Als de oncoloog slecht nieuws heeft, vind ik het prettiger om dat in zijn spreekkamer te horen. Maar toen COVID-19 de wereld in zijn greep nam, werd ik ineens geconfronteerd met beeldbellen. Het besmettingsgevaar in het ziekenhuis was te groot. Dus als het even kon, moest ik thuis blijven en via een schermpje met de arts overleggen. Voor mensen van mijn generatie was dit een enorme omschakeling."

In mijn pyjama
Fan van beeldbellen was Reinier eerst niet. Hij voelde een grote afstand. Hij geloofde niet dat de arts op deze manier een diagnose of advies persoonlijk kon overbrengen. Maar daar kwam verandering in, na een paar digitale spreekuren.

"Toen ik even niet kon kiezen om mijn arts te bezoeken, moest ik wel beeldbellen. Ik ontdekte gauw dat beeldbellen toch ook voordelen heeft. Zo hoef ik geen moeite te doen om in de auto te stappen en naar het ziekenhuis te rijden. Sterker nog: ik kan gewoon in mijn pyjama voor het scherm gaan zitten. Daarnaast kan ik mij voorstellen dat mensen met een drukke baan makkelijker een afspraak kunnen maken dankzij beeldbellen. Een consult kost je dan maar tien minuten, als je een rustig plekje kunt opzoeken op je werk."

Vergrijzing
Ook richt Reinier zijn blik op de toekomst.

"Dat het beeldbellen – ook na corona – niet meer verdwijnt, lijkt mij overduidelijk. Onderzoek wijst uit dat contact op afstand ontzettend veel tijd en geld bespaart in de zorg. Dat vind ik belangrijk, want bevolkingsgroei en vergrijzing laten de zorgvraag en zorgkosten flink stijgen. Als we op de oude voet doorgaan, dan rijzen de zorgkosten de pan uit. En dat is natuurlijk voor niemand een goed vooruitzicht."

Vrije keuze
Toch blijft het Verzekerdenraadslid ook kritisch. Beeldbellen mag wat hem betreft het fysieke contact nooit helemaal vervangen.

"Ik verwijs weer even naar mijn persoonlijke situatie. Doordat de ziekte mij kwetsbaar maakt, heb ik behoefte aan gesprekken die niet gehaast zijn, en niet: hup door naar de volgende patiënt. Als de arts slecht nieuws voor mij heeft, wil ik hem recht in de ogen aan kunnen kijken en rustig de tijd nemen om het nieuws te verwerken. Ik pleit daarom voor vrije keuze. Vind je beeldbellen oké of wil je liever langskomen? Dat is aan jou."

Reinier vindt het logisch dat we meegaan met onze tijd. Hij ziet de voordelen van beeldbellen, vooral bij normale consulten of voor uitleg bij fysio-oefeningen. Maar soms maakt persoonlijk contact echt het verschil, en dan moet een bezoek aan de arts altijd mogelijk zijn, benadrukt hij.

Wat is jouw ervaring?
"Mijn vraag aan iedereen die dit leest: wat is jouw ervaring met beeldbellen? En hoe kunnen we beeldbellen verbeteren? Ik ben benieuwd hoe jij hierover denkt, ook namens de Verzekerdenraad."